Antwoorden
Kerstpelregeltest
Hier
zijn ze dan: Alle twintig vragen met daarbij het goede antwoord.
1. Terwijl de bal reglementair in het spel is, raakt deze
defect. Hoe dient de scheidsrechter te handelen?
- De wedstrijd onderbreken en
hervatten met een nieuwe bal d.m.v. een scheidsrechtersbal op
de plaats waar de bal was, toen geconstateerd werd dat hij
stuk was.
- De wedstrijd onderbreken en
hervatten met een nieuwe bal d.m.v. een indirecte vrije schop,
te nemen door de bezoekende partij.
- De wedstrijd onderbreken en
hervatten met een nieuwe bal d.m.v. een directe vrije schop,
te nemen door de partij die het laatst aan de bal was.
- De wedstrijd onderbreken en
hervatten met een nieuwe bal d.m.v. van de beginschop.
2.
Tijdens het spel wisselen een veldspeler en de keeper van plaats,
met de daarbij behorende kledingwisseling, zonder de
scheidsrechter te waarschuwen. Hoe moet deze bij voorkeur handelen
als hij, terwijl het spel voortgaat, die wisseling bemerkt.
- Hij laat doorspelen nu hij
heeft geconstateerd dat er een andere keeper is.
- Hij fluit af geeft beide
spelers een waarschuwing door het tonen van de gele kaart en
hervat het spel met een scheidsrechterbal.
- Hij laat eerst doorspelen
tot de volgende spelonderbreking en geeft dan beide spelers
een waarschuwing door het tonen van de gele
kaart.
- Hij fluit af, geeft beide
spelers een waarschuwing door het tonen van de gele kaart en
hervat het spel met een indirecte vrije schop.
3.
Hoeveel invallers zijn er maximaal per wedstrijd toegestaan in het
gehele jeugdvoetbal en in de laagste twee reserve-klassen van het
senioren vrouwen- en mannenvoetbal ?
-
7 gedurende de gehele wedstrijd.
-
3 plus de doelverdediger gedurende de
gehele wedstrijd.
-
5 gedurende de gehele wedstrijd
-
3 voor de rust en 4 na de rust.
4. Is de scheidsrechter volgens de
spelregels verplicht om tijdens een competitiewedstrijd gebruik te
maken van de scheidsrechtersfluit ?
-
Ja, altijd
-
Ja, fluitsignaal + handgebaar
-
Neen, een teken is voldoende
-
Ja, fluitsignaal + mondelinge
toelichting.
5. Mag een assistent
scheidsrechter, die door de scheidsrechter het verdere assisteren
is ontzegt, als speler invallen ?
- Dit mag niet
- Dit mag, doch nadat de
bewuste persoon een waarschuwing heeft gekregen
- Dit mag na zijn excuses te
hebben aangeboden.
- Dit mag, tenzij de assistent
scheidsrechter is weggezonden voor een overtreding waarvoor
ook een speler uit het veld zou zijn gestuurd
6. De scheidsrechter onderbreekt het
spel omdat er een hevige hagelbui losbreekt. Hoe lang mag zo`n
onderbreking duren ?
-
5 minuten.
-
Minimaal 15 minuten.
-
Is niet voorgeschreven
-
Maximaal 30 minuten.
7. Uit een aftrap mag :
-
Nooit rechtstreeks gedoelpunt worden.
-
Alleen rechtstreeks worden gedoelpunt in
het doel van de tegenpartij.
-
Alleen rechtstreeks worden gedoelpunt in
het eigen doel.
-
Worden gedoelpunt zowel in eigen doel als
in het doel van de tegenpartij.
8. Uit een indirecte vrije schop
wordt de bal rechtstreeks via de scheidsrechter in het doel
getrapt. Is dit een geldig doelpunt ?
-
Dit is nooit een doelpunt
-
Dit is altijd een doelpunt
-
Dit is alleen een doelpunt indien de
vrije trap buiten het strafschopgebied wordt genomen
-
Dit is alleen een doelpunt indien de bal
rechtstreeks in het doel van de tegenstander wordt getrapt.
9. Bij welke van de onderstaande
spelhervattingen kan men buitenspel staan ?
-
Bij een aftrap.
-
Bij een indirecte vrije schop.
-
Bij een hoekschop
-
Bij een inworp.
10. Een speler is nooit
buitenspel, indien hij :
-
bal ontvangt, terwijl hij op het moment
van spelen op zijn eigen speelhelft stond.
-
De bal ontvangt via een tegenstander.
-
De bal ontvangt via de scheidsrechter
-
De bal ontvangt uit een directe vrije
schop.
11. Terwijl de bal in het spel
is, wordt binnen het strafgebied een overtreding begaan door een
veldspeler. Bij welke overtreding wordt een strafschop toegekend ?
-
Bij een overtreding door de aanvallende
partij.
-
Bij een overtreding van de verdedigende
partij, waarop een directe vrije schop staat.
-
Bij een overtreding van de verdedigende
partij, waarop een indirecte vrije schop staat.
-
Bij gelijktijdige, even zware
overtredingen tussen twee tegenstanders.
12. De keeper duwt, als hij de
bal uit de hand wil trappen, de bal in het gezicht van een
tegenstander, die voor hem in het strafschopgebied staat. Wat
beslist de scheidsrechter ?
-
Indirecte vrije schop tegen de keeper en
wegzenden van de keeper door het tonen van de rode kaart.
-
Strafschop en wegzenden van de keeper
door het tonen van de rode kaart.
-
Indirecte vrije schop tegen de keeper en
een waarschuwing door het tonen van de gele kaart
-
Scheidsrechtersbal en wegzenden van
de
keeper door het tonen van de rode kaart.
13. Een speler wordt door twee of meer
tegenstanders in de strijd om de bal tegelijk aangevallen
-
Dit is nooit toegestaan.
-
Dit is alleen bij het koppen toegestaan.
-
Dit is toegestaan, mits het op correcte
wijze geschiedt, dus in strijd om de bal en met schouder tegen
schouder.
-
Dit is niet toegestaan; de overtreders
ontvangen een waarschuwing door het tonen van de gele kaart.
14. Een aanvaller heeft zich aan
buitenspel onttrokken door naast het doel buiten het speelveld te
gaan staan. Op het moment dat de keeper de bal in zijn bezit
heeft, wordt hij binnen het speelveld door diezelfde aanvaller
correct aangevallen. Hoe dient de scheidsrechter te handelen ?
-
Doorspelen.
-
Affluiten en een indirecte vrije schop
geven tegen A wegen buitenspel.
-
Affluiten, een waarschuwing geven aan A
door het tonen van een gele kaart wegens onsportief gedrag;
het spel hervatten met een indirecte vrije schop tegen A op de
plaats waar de bal was toen de scheidsrechter affloot.
-
Affluiten en een scheidsrechtersbal op de
plaats waar A correct de keeper aanviel.
15. Steunend op een medespeler,
probeert een speler de bal te koppen. Hij mist echter de bal. Hoe
reageert de scheidsrechter ?
-
Affluiten; een indirecte vrije schop voor
de tegenpartij.
-
Doorspelen; hij raakt de bal niet.
-
Doorspelen; hij steunt op een medespeler.
-
Affluiten; een indirecte vrije schop voor
de tegenpartij op de plaats van de overtreding en een
waarschuwing door het tonen van de gele kaart voor de
overtreder.
16. Een aanvaller geeft de keeper een
correcte schouderduw op het moment dat deze een voet van de grond
heeft. De keeper valt daardoor met de bal en al in het doel. Wat
is de beslissing ?
-
Een indirecte vrije schop voor de keeper.
-
Een geldig doelpunt.
-
Een indirecte vrije schop voor de
verdedigende partij plus een waarschuwing door het tonen van
de gele kaart voor de aanvaller.
-
Een directe vrije schop voor de keeper.
17. Welke tekens of welk teken moet de
scheidsrechter geven bij het nemen van een indirecte vrije schop?
-
Alleen fluitsignaal of een teken.
-
Een fluitsignaal en een arm omhoog.
-
Een teken of een fluitsignaal en een arm
omhoog.
-
Er is geen teken, alleen een arm omhoog.
18. Een toeschouwer loopt het veld in,
terwijl de bal in het spel is. Een speler geeft hem een klap. Moet
de scheidsrechter hier handelend optreden ?
-
Neen.
-
Ja, de speler ontvangt een waarschuwing
door het tonen van de gele kaart en het spel wordt hervat met
een scheidsrechtersbal.
-
Ja, de speler moet van het speelveld
worden gezonden door het tonen van de rode kaart; het spel
wordt hervat met een indirecte vrije schop voor de tegenpartij
op de plaats van de overtreding.
-
Ja, de speler ontvangt een waarschuwing
door het tonen van de gele kaart en het spel wordt hervat met
een indirecte vrije schop op de plaats van de overtreding.
19. Bij een inworp wordt de bal in het
strafschopgebied van de tegenpartij geworpen. De bal komt
rechtstreeks tegen de arm van de scheidsrechter en springt in het
doel. Wat beslist de scheidsrechter ?
-
Geldig doelpunt.
-
Scheidsrechtersbal op de plaats waar de
scheidsrechter de bal raakte.
-
Doelschop
-
De bal opnieuw laten inwerpen.
20. Het spelen van de bal met de hand
door een veldspeler binnen het speelveld is strafbaar:
-
Altijd.
-
Wanneer hij in bezit blijft van de bal.
-
Wanneer hij hierdoor een scoringskans
krijgt.
-
Wanneer hij dit opzettelijk doet.
Zo, achteraf best logisch hé? |